[robin.meyvis]

Hey

Hoe zit het nu net? (Zie bijlage)
Ik zie damast koskmessen met 300 lagen zonder “speciale” kern (samenstelling 1095 en 15N20), en ik zie koksmessen uit damast met een kern van bv. VG10. Bij de laatst genoemde snap ik het volledig, omdat je dan ALTIJD met het hardste deel snijdt en slijpt.

MAAR, bij de eerst vernoemde… Is het dan niet mogelijk dat zich het “zachtere” en het “hardere” staal zich beide in het snijvlak kunnen vermengen? Waardoor er in het lemmet van bv. 20cm lang een mengeling van “zachter” en “harder” staal kan vermengen waardoor het op die plaatsen sneller bot kan worden…
Of zijn deze staalsoorten na het harden toch evenwaardig?

Mijn psychologie gaat ervan uit dat je dan een minderwaardig product hebt gemaakt.

-> Dit is uiteraard ook van toepassing op bijlen, zwaarden,…

Zijn er mensen die mij kunnen helpen en er ook echt iets van kennen?

Bijlagen:

Je moet inloggen om bijgevoegde betanden te bekijken.

[jaandenturfsteker]

Je redenering klopt voledig Robin, het is mooi van uitzicht maar minder kwalilitatief.
Als je een hoogwaardige stalen kern voorziet is dit beter.

[robin.meyvis]

OK bedankt!
Ik heb daarnet nog even een docu gevonden van John Neeman Tools. En deze man zegt als volgt, dat er bij een damast mes zonder “speciale” kern, een eigenschap is waardoor er zich een microscopisch kleine zaagtand in het lemmet verkregen wordt doordat het zachtere staal sneller verdwijnt of bot wordt dan het hardere staal. (Dit heeft uiteraard betrekking op de messen met bv. meer dan 300 lagen, bij een damast mes van 7 lagen zal dit niet van toepassing zijn lijkt me) Ik kan er op één of andere manier wel in geloven 🙂

Zie link: https://vimeo.com/68793491
(Hoop dat jullie het open krijgen)

Alvast bedankt! 😉

Nog mensen die willen reageren?

[Auteur]

Berichten