ring Net wanneer je denkt dat je alles wel zo’n beetje op ee rijtje hebt wat betreft damast, krijg je dit artikel binnen. Het zou jammer zijn om het niet te plaatsen en aangezien er toch niet zoveel gebeurt op het gebied van gereedschap smeden, lijkt het mij een prima afsluiter van het damast thema.

Een flinke lap tekst voor de liefhebbers:

1 Wat is Damaststaal?

Wat is eigenlijk Damaststaal? Welke soorten zijn er? Welke eigenschappen maken deze staalsoort zo bijzonder? Waarom waren zwaarden, die uit dit materiaal zijn gesmeed van zo’n legendarische kwaliteit? De verschillende soorten Damaststaal, de productie, technische bijzonderheden en niet op de laatste plaats de vervaardiging van de veelsoortige patronen vormen een ingewikkeld samenspel van theorie en praktijk. Het is de bedoeling dat deze tentoonstelling ertoe bijdraagt dit alles beter te begrijpen, te verduidelijken. In principe gaat het om staal, dat een ongelijkmatige verdeling van koolstof en eventueel nog andere legeringselementen heeft.

Door het met zuur te etsen kan deze structuur aan de oppervlakte als patroonzichtbaar worden gemaakt. Het begrip Damaststaal stamt af van de Syrische metropool Damascus, waar eeuwenlang een centrale omslagplaats voor allerlei soorten goederen was, waaronder natuurlijk ook wapens. Of het staal werkelijk in noemenswaardige omvang daar vervaardigd werd of enkel en alleen verhandeld werd, is historisch gezien nog onduidelijk – desondanks is dit een gangbare betekenis. Tegenwoordig gebruikt men vooral de afkorting ‘damast’ en beide termen worden hieronder in dezelfde betekenis gebruikt.

2 Mythe Damast

Het begrip Damaststaal wordt in veel gevallen met sabelkletterende Saraceense krijgers , het sprookje uit 1001 nacht en een algemene oosterse sfeer, geassocieerd. Deze gangbare clichés vormen gesteund en gevisualiseerd door film en televisie een exotische omgeving voor het Damaststaal. In vroegere tijden was het best mogelijk dat de smeden en hun werkmethodes in een waas van geheimzinnigheid waren gehuld, omdat hun kennis en kunnen bij het vervaardigen en de bewerking van het staal in de ogen van hun tijdgenoten op reine magie leek. De verduisterde werkplaats ( om de gloeikleur beter te kunnen waarnemen ) en het murmelen van verzen ( om de duur van op zich zelf staande stappen binnen het werkproces te meten ) hebben er absoluut aan bijgedragen. In onze hedendaagse zeer mechanische tijd met een hoog technologisch gehalte geloven echter weinig mensen in magie en de mythe om de damastproductie anders te verklaren:

enkel en alleen met vuur en hamer- dus archaïsche methodes- een dergelijk sterk en krachtig materiaal te vervaardigen is een anachronisme. Naast de technische en esthetische eigenschappen maakt net deze bijzonderheid tegenwoordig het Damaststaal weer zo interessant. Wie zich met de verschillende soorten en patroonvariaties van het Damaststaal een beetje bezighoudt zal snel beseffen, dat zich op dit terrein veel onbegrensde mogelijkheden openbaren. Hand gesmeed Damaststaal is een ‘levend’ materiaal, omdat ieder stuk er anders uitziet. De manier van bewerking wordt als een handschrift in de structuur weergegeven. Onregelmatigheden versterken de organische patronen en zij krijgen daardoor een onmiskenbaar karakter. Zoals er geen twee stukken hout met absoluut identieke nerven bestaan, zo is ieder stuk van dit materiaal uniek. Sinds de mogelijkheid bestaat Damaststaal industrieel te vervaardigen, zijn er controversiële discussies, of er sprake is van ‘echte’ damast of niet. In technisch opzicht kan men deze vraag relatief duidelijk met ‘ja’ beantwoorden, weliswaar is het niet in staat de flair en de mythe van hand gesmeed Damaststaal te evenaren.

3 Soorten Damaststaal

Patroongeweld staal:

Dit bestaat uit stukken van twee of meer verschillende ijzer -/ staalsoorten. In het simpelste geval gaat het om tweedimensionale delen uit twee soorten materiaal met verschillend koolstofgehalte. Dit wordt afwisselend gelaagd en dan door vuurlassen verbonden. De patronen die daarbij ontstaan kunnen op allerlei manieren worden bewerkt.

Poedermetallurgisch staal ( damasteel® ):

Om dit materiaal te vervaardigen wordt op industriële schaal fijn poeder van twee verschillende staalsoorten gericht in bepaalde patronen in een houder gevuld. Door het heet, iso – statisch te persen ( sinteren ) wordt het totale poeder tot een blok verbonden. Dit materiaal lijkt technisch gezien op het patroongeweld staal.

Smeltdamast ( Wootz ):

In tegenstelling tot het patroongeweld staal wordt dit materiaal niet uit delen van verschillende staalsoorten samengevoegd, maar als een conventionele staalsoort gesmolten. Door bepaalde legeringstoevoegingen en nauwkeurig gedefinieerde smelt – en smeedprocessen ontstaan er draadachtige concentratiestructuren van de aanwezige koolstof, die in dat materiaal een driedimensionaal netwerk vormen.

Overige:

Geraffineerd staal Bij dit proces worden eveneens stukken staal van verschillende samenstelling door vuurlassen met elkaar verbonden, echter met het omgekeerde doel: door veelvuldig vouwen wordt een homogene verdeling van de legeringselementen bereikt. Traditionele Japanse zwaarden bestaan uit geraffineerd staal. Gelijksoortig materiaal Deze materialen tonen bepaalde overeenkomsten met Damaststaal , vooral qua manier van opbouw en karakteristieke patronen. Het belangrijkste verschil is het materiaal, bijv. bonte en edelmetalen of titanium.

Verkeerde damast

Door het toepassen van decor etsen worden verschillende damastpatronen op mono- staalproducten geïmiteerd. Dit decor kan door slijpen onherroepelijk worden verwijderd, omdat het los staat van de staalstructuur en oppervlakkig is.

Damast

De methode voor het decoreren is in Solingen geperfectioneerd en omvat een repertoire van verschillende ets -, bruiner – en verguldtechnieken. Het werd vaak gebruikt om mesjes te versieren. Daardoor ontstond het begrip, maar technisch gezien lijkt het helemaal niet op Damaststaal.

4 Patroongeweld staal.

Patroongeweld staal wordt uit stukken van twee of meer verschillende staalsoorten samengevoegd. In het simpelste geval gaat het om platen uit twee materialen met verschillend koolstofgehalte. Dit wordt afwisselend gelaagd en dan door wellen verbonden. De techniek van het patroon wellen is een van de oudste verbindingstechnieken die bekend is. Het is voor de smid erg problematisch om het voorbereide ‘pakket’ volledig op de gewenste temperatuur te verwarmen. Die ligt afhankelijk van de samenstelling van de materialen tussen 1000º en 1200º graden. Is het pakket te koud dan ontstaat er geen verbinding tussen de delen. Is de temperatuur te hoog, dan verbrandt de in het staal aanwezige koolstof en dat maakt het materiaal onbruikbaar omdat er scheuren ontstaan. Ook moet een vloeimiddel gebruikt worden, bijvoorbeeld kwartszand of borax. Dit smelt en vormt een glaslaag om het pakket, dat storende oxiden op metaaloppervlak tegenhoud

en zuurstof weert. Op deze manier wordt een verdere oxidatie verhinderd. Indien men dit op de juiste manier toepast kan men zo de verschillende materialen door hamerslagen tot een blok verbinden. Dat blok kan dan daarna ( onder voorbehoud ) zoals iedere andere staalsoort worden bewerkt, dus bijvoorbeeld tot een mes- of zwaardkling gesmeed worden. Patroongeweld staal bestaat dus uit verschillende materialen, die zich op geen enkel moment tijdens de vervaardiging met elkaar mengen, maar een duidelijk vastgelegde structuur vormen. Deze structuur kan door de keuze van het uitgangsmateriaal ( dimensie, rangschikking, soort, vorm ) worden beïnvloed. Eveneens kan de op deze wijze ontstane structuur door vervorming, reproductie etc. worden gemodificeerd.

5 Smeltdamast ( wootz )

Deze staalsoort wordt in veel bronnen het ‘echte’ Damaststaal genoemd. Dat komt waarschijnlijk doordat dit materiaal met name in de handelsmetropool Damascus werd verhandeld en dit feit voor de naamgeving doorslaggevend was. Het smeltdamast werd echter beduidend later ontwikkeld dan het patroongeweld staal. Het begrip ‘Wootz” stamt van het Sanskrit – woord ‘Vuds’ , wat zo veel betekent als (hoogwaardig ) ijzer of staal. Het materiaal wordt eerst net als normaal staal in een smeltkroes gesmolten ( vandaar de aanduiding smeltdamast ). Het product van dit proces, een staalbroodje met een karakteristieke vorm, wordt als ‘woods-koning’ of ‘wootz-koek’ aangeduid. Doorslaggevend voor de bijzondere eigenschappen van Wootz is naast een hoog koolstofgehalte van het staal ( ongeveer 1,5 % ) een bijzondere legeringsamenstelling, die in het verleden enkel en alleen in een bepaalde regio in India als erts is aangetroffen. Door deze legeringtoevoegingen (vooral molybdeen en vanadium ), die maar in kleine hoeveelheden ( 0,003 – 0.02 %) in het staal aanwezig zijn en de exact vastgelegde temperaturen, wacht – en afkoelingstijden, vindt bij het stollen van de gesmolten massa een buitengewoon effect plaats: de stoffen die toegevoegd worden om samen de legering te vormen, kristalliseren zich uit langs de kristalgrenzen en worden in lange ‘draden’ ingesloten.

Als dit materiaal daarna door het herhaaldelijk uitsmeden op een bepaalde temperatuur wordt ‘doorgekneed’ , hecht de koolstof zich aan deze draden. Na ongeveer 40-60 verwarmingsprocessen is dit effect zo opvallend geworden, dat deze koolstofrijke delen na het etsen aan het oppervlakte zichtbaar worden.

6 Gelijksoortig werkzame stoffen

Mokume Gane:

Deze techniek van de verbinding van verschillende bont- en edelmetalen zoals hun legeringen, werd rond 1700 na Christus in Japan ontwikkeld. De opbouw lijkt in principe op het patroongewelde staal, met het verschil dat hierbij i. p. v. verschillende staalkwaliteiten, de aan het begin genoemde materialen als uitgangsmateriaal dienen. Het vormen van patronen gebeurt met dezelfde technieken als bij het Damaststaal. ‘Mokume Gane’ is op basis van de relatief zachte materialen vooral voor sieraden en zilversmedenwerkstukken geschikt. In vergelijking met het monochroon Damaststaal moet men bij deze techniek rekening houden met het aspect van de kleur. In Japan worden veel ongebruikelijke legeringen gebruikt, die van nature of met behulp van diverse oppervlaktebehandelingen een breed spectrum van kleuren zichtbaar maken. De esthetische lijnpatronen die op gevlamd hout lijken hebben tot de term Mokume Gane geleid. Het Japanse begrip betekent letterlijk vertaald houtnerf metaal.

Timascus:

Dit materiaal werd in 2002 door de Amerikanen Chuck Bybee, Bill Cottrell en Tom Ferry ontwikkeld. Het lukte hen voor het eerst lagen van verschillende titaniumlegeringen door vuurlassen met elkaar te verbinden. Het precieze proces is hun goedbewaarde geheim. De bekoring van deze titanium – titaniumverbinding komt doordat de op zichzelf staande legeringen op het thermische kleuren of anodiseren verschillend reageren en op deze manier een spectrum van krachtige kleuren kan worden bereikt. Bovendien heeft Timascus het voordeel van de ‘traditionele’ titaniumsoorten. Het is betrekkelijk licht en extreem corrosievast. Dambrascus: De naam van dit materiaal is afgeleid van ‘brass’( Eng. : messing ). Dit is een  verbinding van staal en messing, die op een ongebruikelijke wijze wordt vervaardigd:

een stuk van een staalkabel wordt tot geel heet verhit en dan in een smeltkroes met gesmolten messing gedoopt. Daarbij dringt het vloeibare metaal in de poriën van de staalkabel en ontstaat er een nieuwe verbinding. Aansluitend kan het werkstuk op de gebruikelijke manier verder bewerkt worden.

7 Technische eigenschappen

In de vroege fasen van de ijzerverwerking waren de mensen in staat, enkel en alleen twee verschillende ‘kwaliteiten’ van het kostbare materiaal te onderscheiden en te vervaardigen:

aan de ene kant zacht, niet gehard smeedijzer, aan de andere kant gehard staal. Dat laatste is op basis van zijn eigenschappen voor de kling erg gunstig, omdat hij scherp blijft, maar het nadeel is dat het gemakkelijk scheurt. Het smeedijzer daarentegen is zacht en verliest de geslepen scherpheid bij het gebruik weer erg snel, maar is echter elastisch en buigzaam. Het zoeken naar materiaal dat de voordelen van verscheidene materialen samenvoegt werd tenslotte door de uitvinding van een van de eerste samenstellingen opgelost: klingen van drie lagen waarbij de middelste laag uit gehard staal en de deklagen uit ijzer bestaan.

Aangezien het ijzer door het harden niet verandert, bestaat het materiaal daarna uit hard – breuk- gevoelige en zacht – elastische delen . De materialen houden elkaar dusdanig in evenwicht dat de negatieve eigenschappen vergaand worden gecompenseerd. Door verdere verfijning van deze techniek ontstond er tenslotte het Damaststaal. De klingkwaliteit hangt bij het patroongewelde staal vooral af van de gebruikte staalsoorten. Omdat er meestal zuiver of laaggelegeerde koolstofstalen gebruikt werden en worden kan er een zeer fijne, scherpe kling worden vervaardigd voor zover er zich geen ‘zachte’ delen van het materiaal , zoals bijv. zuiver nikkel, zich in de buurt van de snede bevinden. De hedendaagse Damastsmid heeft de mogelijkheid ( in tegenstelling tot zijn collega’s uit vroegere tijden ) i. p. v. smeedijzer, praktisch zonder koolstof, een tweede staalsoort te gebruiken die weliswaar minder koolstof dan de eerste bevat, maar nog wel te harden is.

8 Historische wortels:

Zoals bij zo veel uitvindingen uit de menselijke geschiedenis was ook bij het Damaststaal de militairtechnologie de drijfveer- op zoek naar wapens die beter zijn dan de wapens van de vijanden. Men kan niet eenduidig bepalen, waar en wanneer deze smeedtechniek voor het eerst werd gebruikt. Net zoals de ijzerverwerking in het algemeen lijkt het erop dat het patroongewelde staal op verscheidene plaatsen tegelijkertijd is ontwikkeld. De oudste vondsten stammen uit de La – Tène -periode rond ongeveer 400-300 v. Chr. In het begin van de ijzerverwerking was voor de ertsverwerking alleen de zogenoemde “rennofen” (schachtoven ) bekend. Het product van dit proces week uitermate veel af op het gebied van het koolstofgehalte en de algemeen zuiverheid van het ijzer. Daarom konden van de gesmolten ‘loep’ allereerst slechts kleine stukjes worden gebruikt, die de grootte van de vervaardigde producten beperkten. De uitvinding van het patroonwellen bood de smeden van de Klassieke Oudheid de mogelijkheid meerdere van deze stukken met elkaar te verbinden en dus grotere objecten te vervaardigen.

9 Historische ontwikkeling

Klassieke oudheid , 800 v. Chr.- 600 n. Chr.

Men gaat ervan uit, dat het vervaardigen van patroongeweld – damast in Midden – Europa ontwikkeld werd. Er ontstonden de eerste samengestelde klingen met de deklaagtechniek. Zwaardvondsten uit de La – Tène periode ( ongeveer 400 – 300 v. Chr. ) toonden deels al complexe laagopbouwen. In Perzië werd, in de late Klassieke Oudheid sinds de derde en vierde eeuw n. Chr., de vervaardiging vansmeltdamast ( wootz ) van Indisch erts ontdekt.

Middeleeuwen, 600-1500 n. Chr.

In Europa werd patroongeweld staal door vele eeuwen heen vrijwel onveranderd door de Merowingers, Karolingers en de Vikingen vervaardigd en gebruikt. Tegen het eind van de twaalfde eeuw begon de productie langzaam af te nemen; vermoedelijk was de vooruitgang in de staalverwerking hiervoor van doorslaggevende betekenis . Onafhankelijk van Europa en het Midden-Oosten ontstond in het huidige Indonesië, hoofdzakelijk op Java, een hoge school voor de vervaardiging van patroongeweld staal.

Nieuwe tijd, 1500 -1800- n. Chr.

Nadat in de veertiende en vijftiende eeuw in Europa erg weinig klingen van patroongeweld staal werden vervaardigd beleefde de techniek vanaf ongeveer 1550 weer een opleving. In de achttiende eeuw begon men de lopen van vuurwapens van dit materiaal te vervaardigen. In deze tijd werden in Europa verschillende centra van damaststaalproductie gevestigd. Terwijl in Solingen hoofdzakelijk blanke wapens werden gemaakt werd de stad Luik erg bekend door haar excellente pistolen en geweerlopen.

Negentiende eeuw

Onder invloed van de industrialisering werd naar manieren gezocht, patroongeweld staal economischer ( d.w.z. machinaal ) te vervaardigen. Het bleek echter, dat de kennis en het gevoel van de smid niet door een machine waren te vervangen. Tenslotte ging men ertoe over blanke wapens en vuurwapens steeds meer machinaal van monostaal te maken, waarvan de kwaliteit door een doorslaggevende vooruitgang op het gebied van de metaalbewerkingstechnieken steeds beter werd. In het Oosten raakte het productieproces van Wootz in de vergetelheid, omdat bepaalde ijzervoorraden in India uitgeput raakten.

Twintigste en eenentwintigste eeuw

Eind jaren zestig en begin jaren zeventig bliezen enkele smeden deze techniek nieuw leven in. Verdere impulsen ontstonden door een in 1983 ontwikkeld proces, dat het voor het eerste mogelijk maakte, ook roestvrije, dus chroomhoudende staalsoorten door vuurlassen met elkaar te verbinden. In 1993 werd het vormende proces van de poedermetallurgie als mogelijkheid tot productie van patroon gelast staal erkend. Damasteel® werd een nieuw alternatief.

10 Patroonvorming

De karakteristieke patronen van patroongeweld staal ontstaan door het zichtbaar maken van de niet-homogene materiaalstructuur, die men op het materiaaloppervlak te zien krijgt. Dit principe heeft veel overeenkomsten deels van natuurlijke oorsprong, deels door mensen gemaakt. Een goed voorbeeld is hout, waarvan de vlammen er totaal verschillend uit kunnen zien, al naar gelang in welke richting van de stam ( en daarmee de jaarringen ) wordt gezaagd. De schoonheid van mineraaladers in steen, Millefioriglas en tot slot van diverse levensmiddelen (bijv. doorregen spek, sushi ) is op dit principe gebaseerd. Alleen bij het Damaststaal brengt het ‘mengsel’ van verschillende staalsoorten in eerste instantie nog geen esthetische verandering met zich mee; pas door de verschillende corrosiereacties wordt de structuur zichtbaar. Door een zuurbehandeling van het blank afgeslepen werkstuk worden de op zichzelf staande bestanddelen van het materiaal zichtbaar.

De sterkte van het contrast kan men door de keuze van de uitgangsmaterialen en de manier van de oppervlaktebehandeling ( fijnheid, de vorm van polijsten, etsduur, etsmedium etc. ) beïnvloeden. De rangschikking van de verschillende materialen in een werkstuk en het patroon aan het oppervlak kan op vele manieren worden beïnvloed, bijv. door samenvoegen, vervormen of verwijderen van het materiaal. Door de combinatie van verscheidene van zulke technieken kan een oneindige verscheidenheid aan patronen worden vervaardigd.

11 Laminaat

De meest oorspronkelijke structuurvormende techniek is het laminaat. Hierbij wordt vlakmateriaal laagsgewijs tot een pakket verbonden. Variatiemogelijkheden ontstaan door de sterkte van de lagen en door de volgorde voor zover er meer dan twee verschillende materialen worden gebruikt. Om het aantal lagen te verhogen wordt een laminaatpakket in het midden gedeeld en gevouwen, op deze manierverdubbeld het aantal lagen. Deelt men het pakket in verscheidene delen op wordt dit effect nog vergroot. Op deze wijze kan men op basis van de exponentiële toename met minder lassen een hoger aantal lagen laten ontstaan . Het karakteristieke golflijnenpatroon van laminaatdamast wordt door het verwijderen van materiaal vervaardigd, waarbij de lagen afgeslepen worden en aan de oppervlakte zichtbaar worden. Met de techniek van oppervlaktemanipulatie kunnen de lagen doelbewust worden vervormd, zodat er een geordend patroon ontstaat, als het werkstuk weer vlak is geslepen. Bekende patronen, die volgens dit principe worden vervaardigd, zijn bijv. ‘grote rozen’, ‘kleine rozen’, ‘ladder’ evenals ‘piramides’.

12 Torsie

De torsie is een van de oudste en meest fundamentele patroontechnieken. Een voorbereide staaf van laminaat – of mozaïekdamast wordt om de eigen as gedraaid, d.w.z. spiraalvormig getordeerd. Na de oorspronkelijke opbouw van de gebruikte staaf is het voor het patroon dat ontstaat doorslaggevend, in welke richting en hoe precies de staaf wordt gedraaid. Ook kan een staaf gedeeltelijk en / of met wisselende draairichting worden getordeerd. In veel gevallen worden meerdere torsiestaven samengevoegd en opnieuw gelast. Deze tegen elkaar in gedraaide staven vormen hierbij een symmetrie. Al naar gelang hoeveel materiaal van een getordeerde staaf afgeslepen wordt, komen zeer verschillende patronen te voorschijn. Dit wordt veroorzaakt door de oriëntatie van het uitgangspatroon, dat over de lengte van het werkstuk voortdurend verandert.

13 Mozaïek

Als uitgangsmateriaal voor mozaïek – damast kunnen veel verschillende halffabrikaten worden gebruikt. Een klassieke methode is het gebruik van vierkant materiaal, maar de fantasie is grenzeloos. Een mozaïek kan bijv. ook uit draden, buizen, kogels, poeders of weefsels / vlechtwerk worden samengesteld. Bij de opbouw van een pakket uit kwadratische staven kan door de overeenkomende positionering van materialen bijvoorbeeld een schaakbordpatroon, een simpel pictogram of zelfs een inscriptie worden vervaardigd. Hierbij gelden dezelfde regels als bij de zogenaamde Bitmap – grafiek: Deze is uit een raster van kwadratische beeldpunten opgebouwd, die of zwart of wit ( resp. in dit geval metallisch ) kunnen zijn. Om het mozaïek, dat na het vuurlassen in eerste instantie enkel en alleen aan de voorzijde van de staaf verschijnt, op de zijkanten zichtbaar te maken, heeft men verdere processtappen nodig, bijvoorbeeld torsie of open werken.

14 Bijzondere gevallen

In plaats van een patroon doelmatig uit losse delen samen te stellen, kunnen ook ‘kant en klare’ objecten tot damast worden verwerkt. Een vaak voorkomende variant wordt uit ketting van motorzagen gemaakt, maar ook motor- en fietskettingen zijn hiervoor geschikt. Deze bouwdelen bestaan op zichzelf al uit verschillende soorten staal ( kettingschakels / snijtanden / klinknagels ) en wordenzoals een spons verdicht tot er een zoveel mogelijk porievrij pakket ontstaat, en dan patroongeweld. Ook staalkabels kunnen tot een compacte staaf worden samengesmeed . Het patroon dat ontstaan is bestaat uit karakteristieke vlekken- in principe gaat het bij staalkabel om een getordeerde mozaïekstaf. Hoewel de op zichzelf staande draden van de staalkabel allemaal uit hetzelfde staal bestaan, laten de grensvlakken een filigraan patroon zien.

15 Patrooncombinaties

Veel van de gecompliceerde damastpatronen zijn uit verschillende componenten samengevoegd, die daarvoor apart vervaardigd en bewerkt werden. Men kan de combinaties in twee groepen verdelen. Een laminaire rangschikking wordt als deklaagtechniek aangeduid, waarbij de lagen overeenkomstig zijn gebundeld..Zijn de snijvlakken vertikaal gerangschikt zodat ze zichtbaar zijn spreekt men van Multibarren techniek. Reeds onder de oudste damastvondsten waren klingen met een uitermate gecompliceerde opbouw. De combinatie van verschillende materialen en / of patroonstaven dienden vermoedelijk zowel voor decoratieve doeleinden als ook ter verbetering van technische eigenschappen en de bezuiniging op kostbaar te vervaardigen materiaal.

Artikel door: Cees Pronk