Seerp Visser en ik zijn al geruime tijd geïnteresseerd in Wootz en Bulat en tijdens bezoeken aan allerlei messenbeurzen en wapenmusea kwamen we in contact met Gotscha Lagidse.
Gotscha is Georgisch maar hij woont in Roosendaal (Nederland).
Hij studeerde Bulat-technologie met zijn vriend Zaqro in Tsibili en dus hadden wij een vracht aan vragen voor hem, betreffende geschiedenis en techniek van Bulat.
Na veel gesprekken met Gotscha ontstond het idee om Zaqro naar België te halen voor een Bulat-workshop. Dit kreeg gestalte in het weekend van 20 en 21 november 2010. Een groep van 20 geïnteresseerde personen naam hieraan deel.
Na afloop van de workshop werd Zaqro gevraagd of hij het goed vond dat we hierover verder zouden communiceren en experimenteren aangezien hij allerlei manieren van Bulat maken had uitgeprobeerd in de afgelopen jaren (en meer dan 800 producties) om te komen tot zijn huidige kwaliteit. Hij deelde onze mening dat evolutie niet mogelijk is door het houden van geheimen en hij ging akkoord met het verder verspreiden van zijn techniek, als we iedereen maar vertellen dat dit de Georgische manier is.
Dus hier is het, de Georgische manier voor het maken van Bulat, ook bekend als Wootz.
Veel plezier! (klik op “lees meer”)De samenstelling van Zaqro’s kroezen is als volgt:
(de delen zijn volume-delen)
7 delen chamot-klei
3 delen cokes
2 delen kaoline (Chinese klei)
1 deel gewone vuurvaste klei
Elk ingrediënt wordt fijngemalen tot zeer kleine deeltjes
Een kleine hoeveelheid water wordt toegevoegd zodat het geheel aan elkaar plakt, maar uit elkaar valt als je het probeert te breken.
Dit mengsel wordt stevig aangedrukt in een mal en uiteindelijk uit de mal gehaald.
De vulling van de kroes:
Zaqro heeft een voorkeur voor zuiver ijzer. Daarom gingen we uit van ARMCO-plaat die in kleine vierkantjes werd geknipt (10x10mm). Normale laselectroden zijn ook geschikt om te gebruiken.
Hij gebruikt ongeveer 300 gram ijzer voor het vullen van een kroes. Dit verdeelt hij in twee gelijke delen. Een deel komt onder in de kroes. Hierover komt een laagje zand. Hij had zand meegenomen van een Georgische rivier, maar elk zand of glas met een smeltpunt van ongeveer 1100ºC is hiervoor geschikt.
Op dit zand komt een laagje fijne houtskool van ca. 10 mm dik.
Daarop weer een laagje ijzer (de helft van het overgebleven deel), een laagje houtskool, het laatste deel ijzer en tot slot een laagje houtskool.
Hij voegde ook een beetje (poedervormig) mangaan toe om het smelten wat te “kalmeren”.
Tekening van Seerp Visser van de vulling van een kroes |
Het deksel van de kroes wordt gemaakt van een mengsel van kaoline en klei om een soort pannekoek te maken die voorzichtig op de kroes wordt geplaatst. Zaqro maakt hierin een gaatje van ca. 8mm.
De kroes wordt in een oven geplaatst, gemaakt van vuurvaste stenen op het smidsevuur. De kroes wordt op een voetstukje geplaatst en relatief langzaam verhit met houtskool.
Als het vuur goed brandt onder in de oven worden langzaam cokes of antraciet toegevoegd (in kleine hoeveelheden). Als de hele kroes is omgeven door gloeiende kolen wordt de tijd genoteerd.
Foto van de oven bij de start van de tijdopname |
De oven brandt ongeveer een uur, waarna de windtoevoer wordt afgesloten. De kroes blijft in de oven staan om af te koelen.
De kroes kan het beste helemaal afkoelen in de oven, maar tijdens de workshop werd hij na ongeveer een uur eruit gehaald.
Het resultaat in de kroes is opmerkelijk: onderin is een ingot. Hierboven is een laag glas, gevormd door het zand. Op dit glas ligt de overgebleven houtskool.
Het volgende heeft plaatsgevonden in de kroes:
Het bovenste deel van de lading (dit is boven het zand) heeft koolstof opgenomen en gietijzer gecreëerd. Ondertussen is het zand gesmolten en gemengd met de stukjes ijzer onder in de kroes. Het gietijzer met ongeveer 3% koolstof smelt tussen dit pure ijzer onderin en dringt het glas terug tot boven het metaal. Hierdoor wordt verder opname van koolstof verhinderd.
Dit type lading heeft uiteindelijk dus ongeveer 1,5% koolstof. Door de kroes langer of korter te verhitten kan Zaqro het koolstofpercentage veranderen.
De ingot zoals hij uit de kroes komt |
Als de ingot is afgekoeld verhit Zaqro deze tot ongeveer 1150ºC. Tijdens deze behandeling gedraagt het restant glas bovenop de ingot zich als champagnebubbels. Als hij goed luistert hoort hij een geluid als “dat van een kleine slang”. Dit gloeien duurt ongeveer een half uur. Daarna laat hij de ingot op het aambeeld afkoelen tot een oranje warmte en wordt er voor de eerste keer gesmeed. In het begin krijgt de ingot slechts een paar klappen, waarbij het ijzer nooit wordt gedraaid. Alleen na een nieuwe verhitting wordt de ingot eventueel gedraaid.
Zaqro laat de temperatuur nooit onder 800ºC komen, en nooit boven 1000ºC. Hij heeft ongeveer 65 hittes nodig om tot een basismes te komen.
Hij heeft drie smeltingen gedaan, die allen succesvol waren. Hij heeft twee ingots uitgesmeed met als resultaat drie messen met een mooi patroon en één stuk Bulat (ongeveer 60x20x8mm) klaar om verder uitgesmeed te worden.
Eén mes kost hem ongeveer 7 uur, inclusief het maken van de kroes, smelten, smeden en harden, maar zonder het uiteindelijke slijpen.
Een mes gemaakt door Zaqro |
Doorsnede microscopisch beeld van woots 1 |
Doorsnede microscopisch beeld van woots 2 |
Door : Klaas Remmen Vertaald door:John Von Pey